sopra Magazine 10

Wettelijk kader Of een desinfecteermiddel nu bedoeld is voor een zwembad, het drinkwater of huishoudelijk gebruik, ze bevatten allemaal werkzame bestanddelen. En werkzame stoffen in biociden zijn gereglementeerd. Deze regels zijn gebaseerd op de biocidenverordening (EU-verordening 528/2012), die de verkoop en distributie van biociden in heel Europa regelt. In het geval van biociden die in situ - dus ter plaatse (hier: door elektrolyse) - worden gegenereerd, zijn producten waarvoor er een vergunning nodig is: ● ofwel de stoffen of mengsels waaruit de werkzame stof wordt gegenereerd ● ofwel de werkzame stof, die uit stoffen of mengsels wordt gegenereerd, die zelf niet onder biociden vallen. Wordt er bijvoorbeeld "actieve chloor" gegenereerd uit natriumchloride dat op de markt is gebracht voor desinfectiedoeleinden, dan wordt het natriumchloride beschouwd als een biocide. Wordt het "actieve chloor" door middel van elektrolyse gegenereerd uit zeewater, dan is "actieve chloor" de biocide omdat zeewater zelf niet als precursor (voorloperstof) wordt verkocht. Volgens de biocidenverordening mogen biociden alleen werkzame stoffen of precursoren (hier: natriumchloride) bevatten van fabrikanten die zijn opgenomen in de zogenaamde artikel 95-lijst van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (kortweg: ECHA). (uittreksels, bron: www.reach-clp-biozid-helpdesk.de). Dit rechtskader is onderhevig aan verandering. De verstrekte informatie geeft de situatie per oktober 2020 weer. Opmerkingen over terminologie en onjuiste voorstelling van zaken Er duiken vaak termen op als hydrolyse of anodische oxidatie die vooral worden gebruikt in verband met elektrolysemethoden in zoutfiltraat. ● Hydrolyse: dit is een chemische term die strikt genomen verwijst naar een chemische reactie in aanwezigheid van water waarbij een watermolecuul (H2O) wordt gesplitst en het resulterende waterstofion (H+) aan chloor wordt gebonden (zo ontstaat er hypochlorigzuur HClO. Het gelijktijdig gegenereerde OH - -anion wordt aan een andere "partner" gebonden - in dit geval aan positief geladen tegenionen zoals Na+, Ca2+). Dit is dus een chemische reactie die altijd optreedt tijdens elektrolyse in aanwezigheid van water en zouten. ● Anodische oxidatie: ook deze term wordt vaak gebruikt om een mogelijk bijzonder unique selling point op te roepen. Hier gaat het eveneens om niets anders dan een deelreactie die tijdens de elektrolyse plaatsvindt. De naam zegt het al: aan de anode (positieve pool bij elektrolyse) worden de negatief geladen delen "geoxideerd" door elektronen, die kenmerkend zijn voor de negatieve lading van een element, af te geven. In ons geval wordt het negatief geladen chloride-ion (Cl-) uit keukenzout (NaCl) geoxideerd en ontstaat er chloorgas (Cl2), dat op zijn beurt in aanwezigheid van water reageert tot het bekende desinfectiemiddel hypochlorigzuur (HClO). Strikt genomen zijn beide termen technisch juist voor de genoemde elektrolysemethoden, al vertegenwoordigen ze maar een "deel" van alle reacties die plaatsvinden. Uiteindelijk vinden de genoemde reacties altijd plaats en genereren ze het werkzame desinfectiemiddel dat we nodig hebben voor het zwembadwatercircuit: hypochlorigzuur of gewoonweg vrij werkzaam chloor! Gebruik van de termen "chloorvrij procedé" of "desinfectie op basis van zout" Nog even voor alle duidelijkheid: in aanwezigheid van natriumchloride (zelfs in lage concentraties) wordt bij elektrolyse de werkzame stof hypochlorigzuur gegenereerd. Al kan er sprake zijn van een lage concentratie, het is toch aanwezig. De term "chloorvrij procedé" klopt technisch gezien dus niet. Tegen de term "desinfectie op basis van zout" is er in eerste instantie technisch gezien geen bezwaar. Zout (natriumchloride) is namelijk het uitgangsmateriaal, maar door elektrolyse ontstaat weer het bekende actieve bestanddeel hypochlorigzuur. Kortom: elektrolyse-installaties voor de desinfectie van zwembadwater zijn populair. Niet alleen omdat, zoals we al zeiden, bij deze methoden eigenlijk vooral met het volstrekt onschadelijke keukenzout wordt gewerkt. Het feit dat het niet nodig is om chloorproducten (gasvormig, vloeibaar of vast) te vervoeren, op te slaan en te verwerken is voor veel zwembadbezitters een zwaarwegend argument. Welke variant uiteindelijk wordt gekozen, hangt deels af van de klant zelf, maar ook van het advies van de zwembadbouwer. Ook de bediening van elektrolyseinstallaties is eenvoudiger geworden. Sommige installaties geven bijvoorbeeld al in een vroeg stadium aan of onderhoud nodig is. Dit garandeert een probleemloze werking. Ook het feit dat ze in onderhoud weinig kosten, speelt een belangrijke rol. Ze kosten wat meer in aanschaf, maar door de lagere onderhoudskosten van deze installaties (zout, water, elektriciteit en onderhoud) zijn de meerkosten snel terugverdiend, zelfs bij kleinere installaties. Nog een opmerking over pH-correctie: bij de verschillende elektrolysemetoden zijn geen algemene uitspraken te doen over de vraag of en in welke mate de pH moet worden gecorrigeerd. Dit hangt helemaal af van de invloed van de desbetreffende zuurcapaciteit, de pH-waarde in het vulwater, de belasting van het bassin en de gebruikte elektrolysemethode. In dit geval moet de zwembadinstallateur deskundig advies geven. ■ Frank Eisele, gedipl. ing./gedipl. wetensch. ing. (FH)* * * Door de Kamer van Koophandel en Industrie van de regio Stuttgart openbaar benoemde en beëdigde deskundige voor zwembad- en wellness-techniek en technische bouwuitrusting voor overdekte zwembaden. i INFORMATIE | www.wws-eisele.de 84 TECHNIEK & ENERGIEBESPARING MAGAZINE | 2021

RkJQdWJsaXNoZXIy MjUxODg=